- fatsoen
- {{fatsoen}}{{/term}}1 savoir-vivre 〈m., onveranderlijk〉♦voorbeelden:1 de regels van het fatsoen • les convenanceshet burgerlijk fatsoen • la morale bourgeoisedat kun je met goed fatsoen niet doen • décemment, tu ne peux pas faire celahij kan met goed fatsoen nog geen zaag vasthouden • il ne sait même pas tenir une scie (correctement)geen enkel fatsoen hebben • manquer absolument d'éducationzijn fatsoen houden • se conduire comme il fautu zou het fatsoen moeten hebben te zwijgen • vous pourriez avoir la décence de vous tairedat strookt niet met het fatsoen • c'est contre les règles (du savoir-vivre)voor je fatsoen kun je niet weggaan • tu ne peux pas partir, ce serait impoli
Deens-Russisch woordenboek. 2015.